- Maak het bezoek onvergetelijk
- Heet de gasten Welkom
- Draag iets ongewoons
- Stel jezelf voor aan je gasten, ben de gastvrouw/heer
- Ben ‘oprecht’ geïnteresseerd
- Hurk naast de tafel
- Raak je klanten aan (alleen bij je eigen sexe)
- Praat met de kinderen en noem hen bij naam
- Vermaak je klanten (grenzen!)
- Herhaal de bestellingen
- Benoem de gerechten bij het uitserveren
- Weet wie wat heeft besteld
- Noem je klanten bij naam
- De kok komt vragen hoe het smaakt
- Doe niet moeilijk bij klachten, los het – indien terecht - snel en royaal op
- Glimlach
- De eigenaar/manager maakt een praatje met de gasten
- Voorspel goed weer
- Schrijf 'dank je wel' op de rekening
- Maak een tekening op de rekening
- Geef de gasten snoepjes bij de rekening
- Loop mee en ‘laat de gasten uit’.